In dit artikel bespreken we de meest gestelde vragen over de nieuwe cao Kinderopvang.
De wijzigingen brengen een aantal actiepunten met zich mee voor de afdeling HR.
Heb je een Arbeidsrecht Zonder Zorgen abonnement bij ons? Dan kunnen we een intervisiegesprek inplannen om de wijzigingen met het HR-team door te nemen en de actiepunten te formuleren.
Heb je geen abonnement? Dan helpen we je ook graag. Neem dan contact met ons op voor de mogelijkheden.
1. Wat is de looptijd van de cao Kinderopvang?
De cao heeft een looptijd van twee jaar, van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026.
De cao geldt dus met terugwerkende kracht. Wijzigingen die met ingang van 1 januari 2025 gelden zullen met terugwerkende kracht doorgevoerd moeten worden.
2. Hoe wijzigen de salarissen en eindejaarsuitkering?
De salarissen worden twee keer verhoogd en de eindejaarsuitkering gaat in twee stappen omhoog naar 8%. Dit wordt op de volgende manier verdeeld:
- per 1 januari 2025 een verhoging van de eindejaarsuitkering van 4% naar 5,5%
- per 1 juli 2025 een salarisstijging van 2,5%
- per 1 januari 2026 een verhoging van de eindejaarsuitkering van 5,5% naar 8%
- per 1 september 2026 een salarisstijging van 1,5%
3. Welke financiële extra’s biedt de cao Kinderopvang de werknemer nog meer?
De werkgever verdubbelt ieder jaar de eerste zestien uur die de medewerker aan het levensfasebudget toevoegt. Dit is vier uur meer dan tot op heden moest.
Daarnaast is in de cao opgenomen dat 5 mei jaarlijks een vrije dag wordt.
4. Hoe is in de cao vormgegeven aan de bevordering van instroom in de sector?
Naast salarisstijging en verhoging van de eindejaarsuitkering gelden de volgende verhogingen:
- Per 1 januari 2026 geldt een minimumloon van € 16,- per uur. Dit heeft als doel om instroom in de kinderopvang te bevorderen.
- De stagevergoeding gaat in twee stappen omhoog.
- Per 1 september 2025 van € 300,- naar € 350,- bij 5 dagen.
- Per 1 september 2026 van € 350 naar € 450,- bij 5 dagen.
5. Geeft de cao Kinderopvang meer duidelijkheid over de niet-groepsgebonden uren?
Om te bewerkstelligen dat de niet-groepsgebonden uren zoals deze al zijn vastgelegd in de cao daadwerkelijk worden ingezet voor de daarvoor voorziene taken is aan artikel 2.1 lid 4 van de cao het volgende toegevoegd:
“Werkgever draagt er zorg voor dat iedere werknemer die niet-groepsgebonden werk dient uit te voeren hier ook daadwerkelijk in tijd voor gefaciliteerd wordt.”
6. Wat regelt de cao ten aanzien van de werkdruk?
In de cao zelf is niets veranderd op dit punt maar tijdens de cao onderhandelingen zijn de volgende maatregelen afgesproken:
- Er komt een gezamenlijke lobby naar de politiek. Er zal een statement gemaakt worden door de sociale partners en er zullen gesprekken worden gevoerd met de ministeries van SZW, VWS en OCW om maatregelen te nemen om de als te hoog ervaren werkdruk in de kinderopvang tegen te gaan. Inzet van deze gesprekken is behoud van kwaliteit met minder regel- en administratieve druk.
- Er zal onderzoek gedaan worden naar het effect van de eerder gemaakte cao afspraken/maatregelen
- De individuele werkdrukmetingen, die conform de cao minimaal één keer per twee jaar gedaan moeten worden zullen op organisatieniveau verder in kaart worden gebracht zodat een sectoranalyse op basis van de praktijk kan worden gerealiseerd. De komende twee jaar wordt hiervoor uitgetrokken.
- Er zal een experiment opgezet worden rondom de invoering van een verkorte werkweek in de kinderopvang.
De sociale partners zullen een experiment rondom een verkorte werkweek van 30 uur per week uitvoeren. Naast het verhogen van de productiviteit, ligt de focus van het experiment op het verhogen van de deeltijdfactor en het verlagen van de werkdruk.
7. Zijn er ook wijzigingen doorgevoerd over de sociale veiligheid en het aangifte beleid bij de politie?
De cao wordt op dit punt aangevuld. Aan artikel 4.1 lid 2 c wordt het volgende toegevoegd:
“In het arbeidsomstandighedenbeleid staat ook wat het beleid van de organisatie is voor het doen van aangifte bij de politie. En hoe de opvang van medewerkers is geregeld na een agressie-incident. De werkgever zorgt ervoor dat binnen de organisatie duidelijk is bij wie de medewerker terecht kan na een agressie-incident.”
8. Welke initiatieven willen de sociale partners nog meer nemen?
- Een pilot professionele zeggenschap
Het project Medezeggenschap van sociale partners is gericht op het versterken van (mede) zeggenschap als bijdrage aan de professionele kwaliteit van de kinderopvang en het vergroten van het werkplezier. Onderdeel van dit project is een pilot professionele zeggenschap binnen tien kinderopvangorganisaties. Deze pilot wordt door cao-partijen geëvalueerd en als input gebruikt voor de opvolgende Cao Kinderopvang - Beter vindbaar maken van het Meldpunt naleving Cao Kinderopvang
Het Meldpunt Naleving Cao Kinderopvang zal beter vindbaar gemaakt worden onder andere door (meer) verwijzingen naar dit meldpunt toe te voegen op de door de branche en werknemers vaak geraadpleegde websites. - Programma Leiderschap in de kinderopvang
Sociale partners geven opdracht aan het FCB om een programma rondom houdding en gedrag ten aanzien van regels en sociale veiligheid te ontwikkelen en uit te voeren. Dit programma wordt dan breed toegankelijk om leidinggevenden ten helpen bij het naleven van de wet- en regelgeving, de cao-afspraken, zeggenschap en sociale veiligheid. - Aanpassen functiehuis en functiedifferentiatie
De sociale partners willen, op basis van aanvullend onderzoek, het huidige functieboek en de functiematrix aanpassen. Dit onderzoek wordt gestart tijdens de looptijd van de cao en de resultaten moeten beoordeeld kunnen worden voor afloop van de cao. Het doel van het onderzoek is om instroom, carrière- en ontwikkelingskansen te bevorderen. Onder andere functiedifferentiatie biedt de mogelijkheid om beter aan te sluiten bij de praktijk en instroom te stimu
Meld je aan voor de Nieuwsbrief.
Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.