In dit artikel bespreken we de meest gestelde vragen over de nieuwe cao VVT.
De wijzigingen brengen een aantal actiepunten met zich mee voor de afdeling HR.
Heb je een Arbeidsrecht Zonder Zorgen abonnement bij ons? Dan kunnen we een intervisiegesprek inplannen om de wijzigingen met het HR-team door te nemen en de actiepunten te formuleren.
Heb je geen abonnement? Dan helpen we je ook graag. We kunnen dan een online vragenuur inplannen of we komen bij je langs op locatie om de wijzigingen met het HR-team te bespreken. Neem contact met ons op voor de mogelijkheden.
1. Wat is de looptijd van de cao VVT?
De cao heeft een looptijd van 20 maanden, van 1 januari 2025 tot en met 31 augustus 2026.
De cao geldt dus met terugwerkende kracht. Wijzigingen die met ingang van 1 januari 2025 gelden zullen met terugwerkende kracht doorgevoerd moeten worden.
Na de totstandkoming van de definitieve tekst zullen de cao-partijen en verzoek tot algemeen verbindend verklaring indienen.
2. Wat wijzigt er in financiële zin?
De cao-partijen zijn de volgende loonsverhogingen overeengekomen:
- 4% omhoog op 1 juli 2025
- 3,5% omhoog op 1 juli 2026
Met ingang van 1 januari 2026 wordt de ORT als volgt aangepast:
- 47% ORT maandag t/m vrijdag over de uren tussen 00:00-06:00 en 22:00 en 24:00
- 52% ORT zaterdag tussen 00:00-06:00 uur en 22:00-24:00 uur
De reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer wordt als volgt aangepast:
- per 1 juli 2025: € 0,19 netto per kilometer
- per 1 juli 2026: € 0,21 netto per kilometer
De vergoeding voor werkverkeer (reizen aan, van en tussen cliënten/locaties) wordt per 1 juli 2026 aangepast naar € 0,23 netto voor de eerste 10 kilometers. De kilometers daarboven voor 0,32 netto per kilometer.
De vergoeding voor de brommer, scooter en daarmee vergelijkbare vervoersmiddelen wordt gelijkgetrokken met de vergoeding van fiets en elektrische fiets (zoals e-bike of speed pedelac), te weten: per werkdag een vaste vergoeding van € 1,41 netto ongeacht het aantal kilometers.
3. Hoe wordt in de cao VVT omgegaan met meer-uren en/of overuren?
Per 1 januari 2025 geldt dat alle uren die een medewerker heeft gewerkt boven de overeengekomen arbeidsduur meer-uren zijn, ongeacht de grote van het dienstverband. Deze meer-uren worden aan het eind van het kalenderjaar/kwartaal (afhankelijk van je keuze) uitbetaald tegen het geldende uurloon. Deze uren tellen mee voor de berekening van het vakantiegeld, eindejaarsuitkering, de pensioenregeling en verlofopbouw.
4. Hoe verhouden de meer-uren zich tot de jaaruren systematiek?
Het kenmerk van de jaarurensystematiek is dat er in een bepaalde periode meer gewerkt wordt dan de gemiddelde arbeidsomvang en in een andere periode juist minder. Hierdoor ontstaan plus- en minuren en is het de bedoeling dat deze aan het einde van het jaar op 0 staan.
De cao VVT biedt nog steeds deze mogelijkheid. In de cao VVT is er namelijk pas sprake van meer-uren als er meer uren zijn gewerkt berekend over het kalenderjaar of kwartaal.
De cao biedt geen extra toeslag voor deze uren. Wanneer wel een toeslag betaald dient te worden staat uitgewerkt onder vraag 6 en ziet specifiek op het werken op meer dagen dan overeengekomen, niet op meer-uren.
De jaaruren systematiek en de regeling rondom meer-uren en extra werkdagen kunnen daarom naast elkaar bestaan.
5. Krijgen werknemers meer zeggenschap over hun werkweek?
Met ingang van 1 januari 2026 maken werkgever en werknemer (jaarlijks) schriftelijke afspraken over het arbeidspatroon. Het volgende moet worden afgesproken:
- hoeveel dagen per week er gewerkt wordt
- wat de vaste vrije dag is
- of de gewerkte uren op kwartaal- of jaarbasis gemeten worden
- hoe het arbeidspatroon wordt ingevuld
- of de werknemer binnen een periode van een kwartaal 100% ingeroosterd wil worden
In de cao komt met ingang van 1 januari 2026 ook een norm over het aantal werkdagen per week op basis van de contractomvang, maar werkgever en werknemer mogen afwijkende afspraken maken. Maak je geen afwijkende afspraken? Dan geldt de norm uit de cao.
De norm is als volgt, in een periode van een week kun je:
- 3 dagen ingeroosterd worden bij een contract tot en met 15 uur per week
- 4 dagen ingeroosterd worden bij een contract van meer dan 15 uur tot en met 24 uur per week
- 5 dagen ingeroosterd worden bij een contract van meer dan 24 uur per week
6. Waar heeft een werknemer recht op indien meer dagen worden gewerkt dan afgesproken?
Met ingang van 1 januari 2026 geldt dat indien bovengenoemde norm voor het aantal werkdagen op een werknemer van toepassing is en deze werknemer werkt meer dan de norm, dan wel het aantal werkdagen dat werkgever en werknemer hebben afgesproken, de werknemer een vergoeding van € 25 voor iedere extra werkdag in de week ontvangt.
7. Komen er nieuwe regels over een veilige werkomgeving, grensoverschrijdend gedrag en privacy?
Aan de cao is een bijlage, bijlage 8, toegevoegd met daarin organisatiebeleid om een veilige werkomgeving te waarborgen, grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en de privacy van werknemers te waarborgen.
In deze bijlage is opgenomen dat beleid gevoerd moet worden dat zich richt op preventie, handelen bij incidenten en op nazorg. Dit ontvang in ieder geval de volgende punten:
- Werkgevers bepalen samen met de medewerkers de, voor iedereen passende, norm: welk gedrag is ontoelaatbaar en hoe reageren zij daarop. Cliënten en hun naasten worden hierover voor aanvang van de zorg ingelicht.
- De veilige werkomgeving is onderdeel van het jaargesprek of vaker als daar aanleiding toe is.
- Medewerkers moeten zich veilig voelen om problemen aan te kaarten en (bijna) incidenten te melden, en de organisatie geeft altijd opvolging aan signalen en meldingen.
- Iedere VVT-organisatie heeft een klachtenregeling grensoverschrijdend gedrag en maakt daarbij gebruik van de klachtenregeling, opgenomen in bijlage 9 cao VVT.
- Er moet bekend zijn welke risico’s alleen werken met zich mee brengt en of medewerkers zich daarbij veilig voelen of niet. Voorzorgsmaatregelen en voorzieningen zijn dan op elkaar afgestemd. De medewerker moet kunnen beschikken over een effectieve alarmeringsprocedure. Als een medewerker zich onveilig voelt, heeft de medewerker het recht om de betreffende cliënt niet alleen te bezoeken. Zo nodig wordt de zorg opgeschort of beëindigd.
- De zorgorganisatie draagt zorg voor de bescherming van de privacy van medewerkers binnen de mogelijkheden van wet- en regelgeving. Persoonsgegevens van de medewerker worden (deels) afgeschermd waar wettelijk mogelijk. De keuze van de medewerker om een naambadge met alleen de voornaam te dragen, wordt gehonoreerd.
8. Wat verandert er rondom de duurzame inzetbaarheid?
Hoofdstuk 7.3 “Op weg naar je pensioen” vervalt met ingang van 1 januari 2026. Hier komt een nieuw hoofdstuk 7.3 “Afwegingskader Duurzame Inzetbaarheid” voor in de plaats.
Op grond van dit de nieuwe regels krijgt iedere werknemer de mogelijkheid om het gesprek aan te gaan over duurzame inzetbaarheid vanaf 10 jaar voor de verwachte AOW-leeftijd.
In de cao wordt een afweegkader geschetst voor duurzame inzetbaarheid in de VVT-sector met 8 regelingen die toegepast kunnen worden onder al dan niet nader beschreven voorwaarden:
- Vrijstelling bepaalde diensten
- BalansBudget
- Aangepaste functie
- Andere functie
- Minder werken en deeltijdpensioen
- Generatieregeling
- Eerder met pensioen
- Regeling vervroegd uittreden
Eén van de nieuwe mogelijkheden is de generatieregeling waarmee werknemers hun werkbelasting kunnen afbouwen door gedurende maximaal 3 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 20% minder te gaan werken met behoud van 90% van hun salaris en 100% van de pensioenopbouw. De voorwaarden voor deelname staan in de cao uitgewerkt.
9. Hoe zit dat met de 45-jaar regeling (de regeling vervroegd uittreden)?
In de oude cao kon een werknemer een beëindigingsregeling met een vergoeding per maand afdwingen dat wanneer hij, kort gezegd, 45 jaar in de branche werkzaam was (en voldeed aan de overige voorwaarden).
In de nieuwe cao is dit vanaf 1 januari 2026 geen keihard recht meer. In de cao is namelijk opgenomen dat wanneer de medewerker het werk niet meer tot de aow-gerechtigde leeftijd kan volhouden, én er geen andere mogelijkheden gevonden zijn om de inzetbaarheid te bevorderen, de medewerker in aanmerking kan komen voor de regeling vervroegd uittreden. In de cao is opgenomen dat er sprake moet zijn van wederzijdse instemming dat de regeling vervroegd uittreden voor de werknemer nodig en verantwoord is.
Bij een geschil tussen werkgever en werknemer over het verzoek tot toepassing van deze regeling kan aan de beoordelingscommissie (zwaarwegend) advies worden gevraagd.
Let op: de huidige 45-jaar regeling loopt nog tot en met 31 december 2025.
Heeft de cao VVT nog interessante toevoegingen?
- Per 1 juli 2025 wordt het artikel over de opzegtermijnen aangepast. Voor medewerkers met specialistische functies in salarisschaal FWG 65 en hoger kan contractueel een andere opzegtermijn af worden gesproken dan de wettelijke opzegtermijn, tot een maximum van 3 maanden.
- Per 1 september 2025 wordt de doorbetaalde lestijd gelijkgetrokken voor alle studenten met een leerarbeidsovereenkomst. Dit houdt in dat voor alle studenten met een leer-arbeidsovereenkomst per studiejaar 220 uur lestijd wordt aangemerkt als werktijd, uitgaande van 40 lesweken per studiejaar, ongeacht de omvang van de leer-arbeidsovereenkomst. Daarnaast komt de salaristabel (jeugdschalen) voor leerlingen tot 21 jaar per 1 september 2025 te vervallen en geldt voor deze studenten ten minste het salaris dat hoort bij de zij-instroomperiodiek van de functiegroep, die van toepassing is voor de functie waarvoor iemand wordt opgeleid.
Meld je aan voor de Nieuwsbrief.
Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.