Als de werknemer een dringende reden heeft gegeven voor een ontslag op staande voet, heb je als werkgever de mogelijkheid om een gefixeerde schadevergoeding te vorderen. Deze schadevergoeding is een compensatie voor het vroegtijdige ontslag en is gelijk aan het loon over de opzegtermijn die bij een normale opzegging in acht genomen had moeten worden. Maar let op, dit recht vervalt al binnen twee maanden na het ontslag op staande voet.
Vervaltermijn van twee maanden
Een verzoek tot de schadevergoeding moet binnen twee maanden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter worden gedaan. Veel werkgevers kiezen ervoor om de schadevergoeding pas te claimen wanneer de werknemer het ontslag aanvecht. Daarmee loop je het risico dat je te laat bent. De werknemer heeft namelijk ook twee maanden de tijd om het ontslag op staande voet aan te vechten.
Wacht niet tot de werknemer het ontslag op staande voet aanvecht
Als de werknemer tijdig het ontslag op staande voet wil aanvechten, dient dit twee maanden na het gegeven ontslag op staande voet te gebeuren. Vanzelfsprekend is dat de werkgever hierop reageert en dan pas de schadevergoeding gaat claimen. Als de werknemer op het laatste moment het verzoekschrift tot vernietiging indient, is de werkgever veelal te laat met het claimen van de schadevergoeding. Let dus goed op deze termijn!
De werkgever doet er verstandig aan om op een eerder moment een procedure te starten om de schadevergoeding te vorderen.
Meld je aan voor de Nieuwsbrief.
Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.