Als je zorgmedewerker zich ziek meldt, neem je dat vaak gewoon aan. Toch? Maar soms heb je direct al je twijfels bij een ziekmelding. Of soms verschil je van mening met een langdurig zieke medewerker over welke werkzaamheden er verricht kunnen worden tijdens de re-integratie. In die gevallen spelen er vaak medische vragen. De bedrijfsarts heeft hierbij een cruciale rol. Maar er kunnen ook andere artsen bij betrokken raken. In deze blog beantwoord ik 10 vragen die dan vaak voorbijkomen.
1. Mijn zorgmedewerker meldt zich ziek, maar ik geloof niet dat hij echt ziek is. Mag ik zijn ziekmelding weigeren?
Nee, een ziekmelding moet je altijd accepteren. Je bent als werkgever niet in staat om een medische beoordeling te geven over de situatie van je medewerker. Ook niet als je zelf een zorginstelling bent. Bij twijfel moet je de bedrijfsarts inschakelen. De bedrijfsarts is wel in staat om te oordelen of de medewerker ziek is of niet. Vindt de bedrijfsarts dat de medewerker niet ziek is? Dan kan de ziekmelding worden teruggedraaid.
2. Is ziekte hetzelfde als arbeidsongeschiktheid?
Nee. Met ziekte bedoelen we alle mogelijke medische klachten, zowel lichamelijk als psychisch. Een medewerker kan ziek zijn, bijvoorbeeld omdat hij een been heeft gebroken. Als deze medewerker een kantoorfunctie heeft, kan hij waarschijnlijk zijn werk gewoon doen. Hij is dan niet arbeidsongeschikt. Als deze medewerker verpleegkundige is, kan zij haar werk waarschijnlijk niet doen. Dan is deze medewerker wel arbeidsongeschikt. In het arbeidsrecht gaat het erom dat je door je ziekte arbeidsongeschikt bent, omdat je je werkzaamheden door de ziekte niet kan uitvoeren.
3. Dus de bedrijfsarts bepaalt of de medewerker arbeidsongeschikt is?
Ja, de bedrijfsarts is erin gespecialiseerd om te beoordelen of een medewerker door ziekte arbeidsongeschikt is of niet. Maar ook om te adviseren over de re-integratie en hoe een medewerker zo snel mogelijk weer arbeidsgeschikt kan raken.
4. Maar op de rapportages van de bedrijfsarts staat dat het om een ‘advies’ gaat. Dan kan ik dat toch negeren?
Nee. Je kunt een discussie krijgen met je medewerker of met het UWV over de vraag of je medewerker arbeidsongeschikt is. Als deze discussie niet wordt opgelost, heeft een rechter hierover het laatste woord. Een rechter is geen arts en kan dus niet zelf een medisch oordeel geven. De rechter gaat daarom af op het advies van de bedrijfsarts. Daarom kun je het advies van de bedrijfsarts niet zomaar negeren.
5. Maar toch ben ik het niet eens met het advies van de bedrijfsarts. Kan ik daar dan iets aan doen?
Ja. Ben je het niet eens met de bedrijfsarts, vraag dan het UWV om een deskundigenoordeel. Dit kost € 400,-. Een verzekeringsarts en/of arbeidsdeskundige van het UWV geeft dan een eigen oordeel over de arbeidsongeschiktheid of over de re-integratiemogelijkheden van de medewerker.
6. Weegt het deskundigenoordeel altijd zwaarder dan het advies van de bedrijfsarts?
Ja, bijna altijd. Zoals ik hiervoor al noemde, neemt een rechter bij een discussie uiteindelijk de beslissing. Maar omdat een rechter geen arts is, gaat hij af op de beoordelingen van artsen.
Het kan zijn dat de bedrijfsarts en het deskundigenoordeel elkaar tegenspreken. Een rechter hecht dan bijna altijd meer waarde aan het deskundigenoordeel dan aan het advies van de bedrijfsarts. Maar er zijn enkele uitspraken van rechters waarin zij toch meer waarde hechtten aan het oordeel van de bedrijfsarts. In die gevallen vond de rechter dat de bedrijfsarts zijn standpunt veel beter had onderbouwd en beter onderzoek had gedaan naar de medewerker, dan dat de verzekeringsarts bij het deskundigenoordeel.
7. Maar in plaats van het deskundigenoordeel is er toch ook een mogelijkheid voor een ‘second opinion’?
Ja, maar die mogelijkheid is er alleen voor de medewerker. Ook je medewerker kan het immers oneens zijn met het advies van de bedrijfsarts. Je bent als werkgever verplicht om je medewerker dan de mogelijkheid te bieden voor een second opinion bij een andere bedrijfsarts. Als werkgever moet je de kosten hiervan betalen. Maar als werkgever kun je niet zelf een second opinion aanvragen. Bij twijfel over het advies van de bedrijfsarts ben je dan dus aangewezen op het deskundigenoordeel bij het UWV.
8. Gaat de second opinion ook vóór op het advies van de (eerste) bedrijfsarts?
Nee, dat niet. Het is mogelijk dat uit de second opinion een ander oordeel komt, dan dat van de eerste bedrijfsarts. In dat geval moet de eerste bedrijfsarts aan de hand van de second opinion bekijken of hij bij zijn standpunt blijft of dat hij van gedachten verandert. Een second opinion heeft daarom niet meer waarde dan het oordeel van de eerste bedrijfsarts.
9. Is het voor een medewerker dan niet verstandiger om een deskundigenoordeel aan te vragen in plaats van een second opinion?
Er is een toetsingsverschil. Een second opinion is bedoeld om de kwaliteit van de bedrijfsgezondheidszorg te verhogen en de medewerker meer zekerheid te geven over de juistheid van het advies van de bedrijfsarts. Op een laagdrempelige wijze kan de medewerker dus zijn twijfels bespreken met een andere bedrijfsarts. Het gaat dan om ‘arbeidsgezondheidskundige vraagstukken’. Het deskundigenoordeel is bedoeld om een vastgelopen re-integratieproces vlot te trekken. Afhankelijk van de vraag die de medewerker wil laten toetsen, kan hij dus kiezen tussen een second opinion of een deskundigenoordeel. Het deskundigenoordeel kost de medewerker € 100,-, terwijl de second opinion voor de medewerker gratis is.
10. Mijn medewerker komt met verklaringen van zijn eigen arts, zoals de huisarts of psycholoog. Gaat dat voor op het advies van de bedrijfsarts?
Nee. In de werkrelatie is de vraag of de medewerker arbeidsongeschikt is door medische klachten. De bedrijfsarts is erin gespecialiseerd om te beoordelen of een medewerker met medische klachten ook arbeidsongeschikt is en welke belastbaarheid er is tijdens de re-integratie. Andere artsen, zoals de huisarts of de psycholoog, zijn hierin niet gespecialiseerd.
Daarom zal een rechter een oordeel van de bedrijfsarts over arbeidsongeschiktheid of belastbaarheid tijdens re-integratie zwaarder wegen dan wat de eigen artsen van de medewerker hierover vinden. Wel moet een bedrijfsarts de informatie van de eigen artsen van de medewerker meenemen in zijn oordeel over de arbeidsongeschiktheid.
Heb je meer vragen over ziekte en re-integratie of over de rollen van de diverse artsen die hierbij een rol spelen?
Meld je dan aan voor onze tweedaagse opleiding ziekte en re-integratie op 18 april en 23 mei 2023.
Meld je aan voor de Nieuwsbrief.
Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.